Kapelaan Goossens stierf voor zijn overtuiging

Aan het eind van de oorlog vluchtte kapelaan Emile Goossens uit Echt, om na de bevrijding nooit meer terug te komen. Omgekomen in concentratiekamp Bergen-Belsen. Wie was die kapelaan uit Echt die in het verzet ging en dat met zijn leven moest bekopen?
Piet Vinken woont in de Kapelaan Goossensstraat in Echt. “Mensen vroegen me wel eens waarom deze straat zo heet en wie hij was. Dat was voor mij aanleiding me in hem te verdiepen maar ook te pleiten voor een korte uitleg onderaan het straatnaambord. Dat is er nu. Daardoor is hij niet meer alleen een naam, maar ook een persoon. Dat is mooi.”
Tekst gaat verder onder de foto

Emile Goossens wordt geboren in 1903 in Venlo. Over zijn vroege leven is niet heel veel bekend, maar hij vertrekt in elk geval als jonge missionaris naar Noord-Afrika. Hij had een wat zwakke gezondheid en in 1935 keert hij terug naar Horst. Daar blijft maar kort, een jaar later vestigt hij zich in Echt, in de straat die nu naar hem is vernoemd.
We vieren onze vrijheid en herdenken de doden op 4 en 5 mei. VML Nieuws bezocht in aanloop daarnaartoe een aantal monumenten in onze regio die daar aan herinneren. Wie waren de mensen? En wat is er gebeurd dat we ons na al die jaren moeten blijven herinneren?
Dekmantel
“Hij werkte veel met jongeren. Deel van de motivatie was ook om jongeren te behoeden voor de ‘roden’, de socialisten. Hij was een christelijk man en dat had je toentertijd weinig op met het ‘ongelovige socialisme’. Na de inval van 10 mei 1940 lijkt Goossens zich aanvankelijk coöperatief op te stellen naar de bezetter. “Dat was toch al heel snel een dekmantel”, vertelt Piet Vinken. “Door zo de schijn op te houden, kon hij prima een coördinerende rol spelen in het verzet. Hij had een netwerk waarmee bijvoorbeeld Franse piloten voorbij het front naar onbezet gebied konden worden gebracht. Die moesten op weg daarnaartoe onderduikadressen hebben en dat regelde kapelaan Goossens, onder zijn verzetsnaam ‘Charles’. Dat deed hij natuurlijk allemaal vanuit zijn Christelijke beginselen. Hij moet ook snel gezien hebben wat voor onmenselijk systeem het nationaal-socialisme was.”
In 1944 wordt Emile Goossens de grond te heet onder de voeten. De SD, de beruchte Duitse inlichtingendienst, wil hem hebben en de kapelaan moet onderduiken. Dat doet hij in Nunhem. “Maar door pech wordt hij toch gegrepen. De SD valt het pand binnen op zoek naar iemand anders. “Die vonden ze niet, maar wel Emile Goossens. De dienstdoende commandant kon op het hoofdkantoor in Maastricht melden ‘een veel grotere vis’ te hebben gevangen”, vertelt Piet Vinken.
Bevrijding
Goossens wordt in gevangenschap slachtoffer van de SD-beulen. Hij wordt dagenlang zwaar gefolterd om de namen van andere verzetsmensen uit hem te krijgen. “Hij heeft niets verteld, ondanks de martelingen. Daarop is hij naar concentratiekamp Bergen-Belsen vervoerd. Drie weken voor de bevrijding is hij daar door ziekte en uitputting op 42-jarige leeftijd omgekomen.”
Echt is hem aanvankelijk niet vergeten. De straat wordt al in 1946 naar hem vernoemd. “Maar het waren de jaren van de wederopbouw en het leven ging verder”, vertelt Piet. “Pas in 1985 is er een gedenksteen gekomen, bij de kerk in het centrum. Uiteindelijk is Emile Goossens niet vergeten.”