
De symboliek is groot. Een propeller van een geallieerde bommenwerper vlakbij het gebied waar er zes neerstortten, waarbij 27 jongemannen omkwamen. In Herkenbosch weten ze wat herinneren is en hoe belangrijk dat is. Daarbij speelde André Beckers een grote rol.
In de schitterende parkachtige omgeving buiten het dorp staan twee monumenten. De propeller herinnert aan de omgekomen bemanningsleden. Wie de moeite neemt om de teksten te lezen, wordt toch weer geconfronteerd met hun jeugdige leeftijden. Veelal gaat het om jonge twintigers.
Het andere monument herinnert aan inwoners van Herkenbosch die omkwamen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. De totstandkoming van beide monumenten heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Te veel om in een verhaal te vatten, dus de focus gaat op de propeller.
We vieren onze vrijheid en herdenken de doden op 4 en 5 mei. VML Nieuws bezocht in aanloop daarnaartoe een aantal monumenten in onze regio die daaraan herinneren. Wie waren de mensen? En wat is er gebeurd dat we ons na al die jaren moeten blijven herinneren?
Vergeefs
“De propeller is in 2013 geplaatst. De aanleiding kwam uit Engeland”, vertelt André Beckers. “Daar kwamen nabestaanden van een piloot via via in Herkenbosch uit met de vraag of iets bekend was waar hun vader precies was omgekomen. Nou, dat bleek een hele klus.”
André zocht wekenlang in de omgeving naar sporen van de betreffende bommenwerper, maar vergeefs. “Verschillende getuigen wezen steeds naar een andere plek. Ik wilde het per se weten, want daar hebben die mensen recht op. Ze zijn achtergebleven zonder vader. Dat in combinatie met het feit dat mijn ouders in het verzet hebben gezeten, maakte mij heel erg bewust en betrokken bij dit verhaal.”
Uiteindelijk bracht Andrés zoon de oplossing. Die is archeoloog en militair historicus. Na opnieuw wekenlang intensief speuren werd de plek van de crash vastgesteld. “Door de telefoon riepen ze: we hebben hem! Dat was een heel mooi moment.”
Tekst gaat verder onder de foto

En dus werd besloten de nabestaanden uit te nodigen naar Herkenbosch. “Maar ik dacht: ik kan ze toch niet zomaar alleen naar die crashplaats laten komen? Ik wilde ook een plek voor herdenking, van dankbaarheid. Maar van het vliegtuig was niet veel meer over. En ik had nog maar een paar weken. Dus heb ik via het Oorlogsmuseum in Overloon een propeller van een bommenwerper uit het IJsselmeer weten te regelen.”
Tranen
En zo kwam de grote dag dat de kinderen van de piloot naar Herkenbosch kwamen. “We hebben de crashsite bezocht. Dat was heel erg emotioneel, de tranen vloeiden rijkelijk. Maar we hadden een gratis hotel voor ze geregeld en ik zei: kom morgen terug, er is nog meer.”
De volgende dag kwamen de Britten naar een onthulling waar ze niets van wisten. “Het hele dorp was uitgelopen, de fanfare, de schutterij, het kerkkoor, veteranen en ga zo maar door. Ook dat was weer heel mooi en heel emotioneel.”
André is nog steeds trots op alles wat bereikt is om de herinnering levend te houden. “Jonge mensen hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid. Vrijheid die tot op de dag van vandaag vanzelfsprekend voelt, maar het niet is. Daar moeten we dankbaarheid voor tonen en waakzaam blijven. Dat is waar de monumenten voor staan.”